Harde lessen in de sierteelt en voedingstuinbouw door coronacrisis

Door de huidige coronacrisis staan bedrijven in de sierteelt en voedingstuinbouw en -glasbouw voor een uitdaging die op termijn niet alleen maar negatief hoeft uit te pakken. Ook groenondernemers in de regionale glastuinbouwsector kunnen de vruchten plukken van de soms harde lessen die ze nu leren, verwacht Peter Bakker, voorzitter van Greenport Arnhem Nijmegen (GAN).

Sinds ondernemers, overheid, onderwijsinstellingen en onderzoeksinstituten hun kennis en krachten hebben gebundeld in netwerkorganisatie Greenport Arnhem Nijmegen, behoort de regionale glastuinbouwsector tot de absolute wereldtop, met NEXTgarden als centrale middelpunt van groene samenwerking en slimme innovaties. Nu die wereld door alle coronamaatregelen deels op slot zit, lopen ook siertelers en voedingstuinbouwers in de regio tegen de grenzen van hun kunnen aan.

We moeten extra focussen op onze relatie met het onderwijs om de kwekers van morgen aan ons te binden

Hoopgevers van de natie

voedingstuinbouw Greenport Arnhem Nijmegen; Energiemonitor 2018; Beste Economische Ambtenaar 2019, Burgers Geven Energie; Drijvend Zonnepark Lingewaard; Johan Sluiter

Tuinbouwgebied NEXTgarden in de gemeente Lingewaard

“Elk bedrijf heeft zijn eigen teelt, en alle teelten hebben weer hun eigen seizoenseffecten en -patronen”, vertelt Peter Bakker, voorzitter van Greenport Arnhem Nijmegen. “Tulpenkwekers die na een half jaar keihard buffelen hun product op het moment van oogsten niet kwijt kunnen, hebben letterlijk voor niks gewerkt. Hetzelfde geldt voor aardbeien- en paprikakwekers die voor hun omzet vaak afhankelijk zijn van de horeca of buitenlandse afnemers. Ook in onze regio is de voedingstuinbouw hard getroffen, heb ik begrepen.”

Bakker, in het dagelijks leven directeur van Plantion uit Ede, een regionale bloemen- en plantenmarktplaats waarbij zo’n 275 voornamelijk Nederlandse kwekers zijn aangesloten, hoort vanuit de sierteeltsector hier en daar ook andere geluiden. “De interne markt is redelijk op niveau gebleven en daarmee ook de vraag naar bloemen en planten. Bloemisten zijn de hoopgevers van de natie. Ook hoveniers hebben het druk. Mensen willen graag een mooie tuin, zeker nu ze niet op vakantie gaan.”

Agrarisch noodpakket

Ondanks de eerste tekenen van voorzichtig herstel door verruiming van sommige maatregelen, juicht Bakker de komst van het agrarische noodpakket van 650 miljoen euro – waarvan 600 miljoen euro naar de sierteelt en voedingstuinbouw gaat – van harte toe:

“Anders dan in veel andere bedrijfstakken kunnen kwekers hun teelt en oogst niet zomaar stilleggen. Vaste lasten en productiekosten lopen beide door. Bovendien zijn producten vaak kort houdbaar en onbruikbaar voor andere doeleinden. Hoewel ondernemers heel creatief omgaan met de situatie en eerder bereid zijn om van gebaande paden af te wijken, verwacht ik dat ook bedrijven in onze regio een beroep zullen doen op het steunpakket. Hoeveel precies, wordt pas duidelijk als de eerste rookwolken zijn opgetrokken. Overigens waardeer ik de daadkracht waarmee de overheid de sector in eerste instantie op macroniveau helpt. Het lost niet alle problemen op, maar Den Haag laat in deze moeilijke situatie duidelijk zien waar de lead ligt.”

Ik waardeer de daadkracht waarmee de overheid de sector in eerste instantie op macroniveau helpt

Extra focus op arbeidskrachten

Hoe de huidige periode op termijn uitpakt voor de bijna 240 glastuinbouwbedrijven met zijn ongeveer 2200 arbeidsplaatsen in Greenport Arnhem Nijmegen, is volgens Bakker afwachten:

“De laatste jaren zijn belangrijke stappen gezet op het gebied van energietransitie, circulaire voedselproductie, het hergebruik van afvalwater, de logistieke bereikbaarheid en de aansluiting op het groenonderwijs. Die basis valt niet in één keer weg en wordt door wat we meemaken, op sommige vlakken zelfs versterkt. In de sector werken bijvoorbeeld veel Poolse arbeidskrachten die na het uitbreken van de crisis bijna allemaal naar huis zijn teruggekeerd. Dat lijkt geen probleem, omdat er veel minder vraag is. Die situatie kan echter letterlijk in één dag omslaan, zeker in de sierteelt, zoals nu hier en daar al gebeurt. Omdat steeds meer Poolse werknemers besluiten om in hun eigen land aan de slag te gaan, zullen we extra moeten focussen op onze relatie met het onderwijs om de kwekers van morgen aan ons te binden.”

Nieuwe kijk op automatisering

Bakker verwacht dat de door de crisis aangezwengelde arbeidsmarktdiscussie ook zal leiden tot een nieuwe kijk op automatisering in de regionale groene corridor. “Glastuinbouwbedrijven zijn hightechondernemingen waar veel wordt geëxperimenteerd met teelttechnische zaken. Door de inzet van relatief goedkope arbeidskrachten werd verbetering van automatiseringsprocessen altijd als niet of minder noodzakelijk beschouwd. Met de kennis van nu over onder meer de ad-hocinzet van personeel mag je concluderen dat verdere automatisering van het productieproces misschien niet altijd meteen rendabel is, maar wel een stuk minder risicovol.”

Risicospreiding en hybride verkoopkanalen

Ook in de bloemen- en plantsector in bredere zin zullen naar Bakkers mening, net als in andere branches, op sommige fronten veranderingen optreden. “Kwekers zullen risico’s meer willen spreiden door voor de in- en verkoop van hun producten niet afhankelijk te blijven van één land of één specifieke klantengroep. Verder zie ik het zo voor me dat digitale overlegstructuren, bezorgdiensten in vooral de sierteeltsector en hybride verkoopkanalen vastere voet aan de grond zullen gaan krijgen. De huidige coronacrisis hoeft niet alleen maar negatief uit te pakken voor de bloemen- en plantensector. Natuurlijk is het heftig wat er gebeurt en wellicht nog gaat gebeuren, maar het is te vroeg om 2020 bij voorbaat als een verloren jaar te beschouwen.”

 

Bron: Economic Board

Naar het overzicht